Worlding Worlds Worlding Worlds Worlding Worlds Worlding Worlds Worlding Worlds Worlding Worlds

Worlding Worlds

Terwijl om ons heen het coronavirus een nieuwe realiteit creëert, heeft MU een manier gevonden om je mee te nemen naar een reeks alternatieve werelden. Juist nu zijn imaginaire werelden een verademing. De queer, utopische, dystopische, ontkiemende, onverenigbare werelden die door MU ontsloten worden als Worlding Worlds, bieden dan ook niet alleen verstrooiing. In een koor van kritische en levenslustige stemmen trekken ze dominante opvattingen in twijfel, stellen er onverwachte mogelijkheden tegenover en scheppen ruimte die schaars is in de samenleving die we kennen.

Bekijk de video's uit de tentoonstelling op ons Worlding Worlds Vimeo kanaal

Toegegeven: het gebruik van ‘werelden’ als een werkwoord – ‘ik wereld, jij wereldt, wij werelden’ – is een ongrijpbaar fenomeen. Wat wordt er zoal 'gewereld', zou je willen weten met je nuchtere verstand, en door wie? Toen het woord werelden in de twintigste-eeuwse filosofie werd geïntroduceerd, verwees het naar een betekenisvol ontvouwen
van de wereld in de tijd. Dat klinkt nogal abstract, maar dankzij de vlucht van zelflerende algoritmes en kunstmatige intelligentie is het niet zo moeilijk meer om je een zichzelf ontplooiende wereld voor te stellen.

Weinig kunstenaars stellen worlding zo centraal in hun werk als Ian Cheng. Hij vraagt zich continu af hoe je een wereld creëert die voortleeft nadat de ontwerper zich terugtrekt. In de Emissary’s Guide to Worlding, dat tijdens de tentoonstelling gratis gedownload kan worden, concludeert hij dat een wereld alleen blijft bestaan zolang mensen zich erbij betrokken voelen. We willen meedoen, zoeken amusement, spanning, verwondering of betovering. En worlding kan vele vormen aannemen.

In Paysages Possibles van  Joanie Lemercier bijvoorbeeld wordt een eenvoudige tekenmachine aangestuurd door een microcomputer en een landschap tot de wand is gevuld met een grafische wereld van bergen en water. 

Daartegenover staat het leven centraal in Eye of the Dream van David OReilly, waar het zich in alle complexiteit ontwikkelt vanaf de Oerknal tot aan de moderne tijd als een adembenemende dans, steeds opnieuw, en telkens anders.

Viviane Komati’s animatie Valentine in Things City geeft hier een logisch vervolg aan in een onafzienbaar warenhuis bevolkt door drones, lopende banden, liften, logistieke robots en pakjes – een duizelingwekkende choreografie waar geen mensenhand aan te pas komt, tot er een meisje binnendringt om een verloren geraakt pakket te zoeken. Dystopischer wordt het in Flesh Nest, een serie animaties van Andrew Thomas Huang die een post-apocalyptisch beeld oproept van een digitaal vagevuur, geïnspireerd door schilderijen van Jeroen Bosch en Pieter Bruegel.

Een wereld scheppen is een machtig gebaar. Vraag het aan de LGBTQ+ gemeenschap, aan iedereen die niet voldoet aan normen die eeuwenlang door religies zijn overgeleverd. De dwingende dualiteit van Genesis 1:27-28 bijvoorbeeld, waarin mensen of als man of als vrouw worden geboren (met de opdracht zich te vermenigvuldigen), raken we pas kwijt als er andere, nieuwe verhalen tegenover komen te staan. In menswetenschappen en populaire cultuur is weliswaar steeds meer aandacht voor gender non-conforme ervaringen, maar we zijn nog ver verwijderd van het scheppen van een overtuigende alternatieve wereld.

Er zijn voorlopers, zoals de planeet Winter in The Left Hand of Darkness van Ursula Le Guin uit 1969, waar onzijdige mensen tijdens hun vruchtbare periode naar believen man of vrouw kunnen zijn. Ondanks de groeiende weerstand lost het binaire mensbeeld echter maar heel langzaam op. 

Hoe problematisch dit is en hoe bedreigend, voel je in “Ressurection Land” Pro League van Danielle Brathwaite-Shirley (@ladydangfua), waarin een team van zwarte trans personen hun herrezen voorvaderen moet beschermen tegen het trans-toerisme van ‘de consumenten’. Steeds opnieuw word je als kijker gevraagd naar je bedoelingen. Wat doe je in deze ‘pro black, pro trans’ wereld?

Veel van onze overgeërfde machtsstructuren (patriarchaat, kapitalisme, kolonialisme, enz.) zien de mensen als heersers over de aarde en alles wat leeft, een antropocentrisch wereldbeeld dat dringend op de schop moet. In Staying with the Trouble uit 2016, beschrijft Donna Haraway worlding als een zaak van alle wezens, groot en klein. 

Het besef dat we op allerlei manieren met elkaar verbonden zijn en in wederzijdse afhankelijkheid de wereld maken en betekenis geven, zie je ook terug in Host, een installatie van Amanda Baum & Rose Leahy. In samenwerking met Richard Beckett maakten ze kussens, wandobjecten en glazen bollen vol bacteriën en microben, die ons in intiem contact brengen met de micro-organismen die we toch al meedragen in en op ons lijf.

Liam Young komt met een heel ander voorstel. In zijn Planet City trekken alle mensen op aarde zich terug in één grote stad van 7 miljard inwoners, zodat de rest van de planeet aan de natuur kan worden teruggegeven. Is dit een duurzame manier van leven? En hoe ziet een wereld eruit die niet door westerse doemscenario’s wordt vormgegeven?

Op een andere manier spelen deze thema’s mee in Kordea Jatafa Henry’s Earth Mother, Sky Father, waarvoor straatdanser Storyboard P een techno- demon bezweert in het Afrika van 2030, als het continent niet langer uitgebuit wordt door China en het Westen, maar haar zeldzame mineralen gebruikt voor eigen groei en ontwikkeling.

Kleinschaliger groei vinden we in Weightless Collaboration van Soft Bodies, een virtuele tuin waarin je met tweeën in samenwerking de grond kan bewerken, de planten water kan geven en de vruchten kan plukken van je werk. De ervaring van een gedeelde virtuele realiteit loopt vooruit op nieuwe manieren van samenwerken en -leven voor mensen die door fysieke afstand gescheiden zijn. 

Stream City van Design Academy alumnus Stéphane LAB stelt zich onze toekomstige leefwereld voor als een virtueel stedelijk landschap waar je vrij als een vogel in een wingsuit doorheen vliegt. Vluchtig, anarchistisch, bijna transparant, plaatst het ervaring en samenwerking met anderen boven individueel bezit.

Toch draait worldbuilding niet alleen om bouwen. In worlding, als een zich voortdurend vormen van de wereld, zit ook een element van afbraak. Dit is sterk voelbaar in twee van de meest persoonlijke werken in Worlding Worlds. Ferenj, De Installatie van Ainslee Alem Robson, bestaat uit puntwolken van gecrowdsourcede beelden uit Addis Abeba en het restaurant van Robsons ouders in Cleveland. Terwijl je rondloopt in een virtuele ruimte zie je continue een wereld ontstaan en weer verdwijnen, even ongrijpbaar als een herinnering. 

De installatie Flotsam Jetsam, Lagan and Derelict van de van oorsprong Iraanse Mehraneh Atashi is opgebouwd uit herinneringen, verhalen, gevonden voorwerpen en animaties. Ze ziet het werk als een eindeloze staat van worden: “een landschap van verstoring dat de potentie van transformatie in zich draagt”.

Curator Angelique Spaninks

Deelnemende kunstenaars
Ainslee Alem RobsonAndrew Thomas HuangBaum & LeahyDavid OReillyIan ChengJoanie LemercierKordae Jatafa HenryDanielle Brathwaite-Shirley (@ladydangfua), Liam YoungMehraneh AtashiStéphane BorelSoft Bodies (Paula Strunden & John Cruwys), Viviane Komati